Vandaag werd een TEDx event in Zwolle georganiseerd. Natuurlijk kun je TED talks ook op een viewing party bekijken of achteraf, via het internet, maar een face to face contact met de pitchers op het podium geeft zoveel meer extra ervaring. Het was ook de schaal van het event – we zaten in de knusse en intieme theaterzaal van het Deltion college – waardoor het zowel tussen de talks door als achteraf, ook goed mogelijk was met de sprekers in contact te komen.
Veertien sprekers, verdeeld in drie blokken, onmogelijk om in 1 blog te verslaan, maar de teneur, de rode draad moet lukken. Het eerste blok had het thema environment. Opvallend was het woord fragiel. Het kwam zowel terug in de talk van Andre Kuipers als Thomas Rau. Andre Kuipers bezag de aarde vanaf een afstand en zag hoe fragiel ze was en Thomas Rau bekijkt de aarde vanuit een kringloopgedachte en nam ook het woord fragiel in de mond: Energie en menselijke power hebben we voldoende, maar bepaalde grondstoffen niet.
Zijn concept van ‘performance’ is intrigerend, simpel gezegd zijn we geïnteresseerd in de dienst die een product verleend, bijvoorbeeld dat onze was schoon wordt of dat we mobiel kunnen bellen. Dat zoiets dergelijks is verpakt in de vorm van een wasmachine of een mobiele telefoon, dat is een afgeleide zaak en daar zit de crux in het betoog van Rau: De fysieke manifestatie van het product zit vol met kostbare grondstoffen, scheep daar de consument niet mee op – die gooit het daarna weg – maar verkoop enkel de performance en geef het fysieke omhulsel aan de consument tijdelijk in bruikleen. Daarmee is de producent en niet de consument verantwoordelijk voor de recycling en gaan geen kostbare grondstoffen verloren.
Maria Westerbos
Hoe asociaal de menselijke consument alles zo maar weggooit en/of klakkeloos consumeert bleek ook uit de talk van Maria Westerbos over de Plastic Soup. Natuurlijk hebben we allemaal gehoord van de gigantische hoeveelheden plastic die als massale kluwens in de oceaan drijven. Maar naar de talk van Westerbos zit het probleem heel urgent tussen de oren. We hebben met elkaar een megaprobleem gecreëerd en de technieken zijn nog niet voorhanden om dit probleem eventjes op te lossen. Ondertussen leven we in een plastic maatschappij en kunnen we ook niet meer zonder. Westerbos vertelde over een gemiddelde consumptie van 70 kilo plastic per aardbewoner per jaar! Dat is schrikken. Momenteel zijn er foute en goede plastics in de omloop. Maar zijn we in de winkel al wel in staat als consument goede en foute verpakkingsmaterialen te herkennen? Ik zou wel een plastic keurmerk label willen hebben. Dan weet je tenminste wat je koopt.
In de tweede serie talks stond ICT centraal. Met een fantastisch pleidooi van Ton Zijlstra voor Open Data. Door data en daarmee kennis te delen kunnen we vanaf een ander perspectief naar de zaken kijken en mede daardoor veel eerder innoveren. We leven in netwerken, open data geven de leden van het netwerk ook de mogelijkheid zelf bepaalde zaken aan te pakken en op te lossen. De metafoor van de mier die Zijlstra aanhaalde is wel een heel treffend. Je wilt toch niet temidden van een kluwen van medemieren leven en je ding doen zonder vragen te stellen? Don’t become an ant!
Heather Schlegel heeft onderzoek gedaan naar veranderde wijzen van betaling mede mogelijk gemaakt door de digitale netwerken waarin we leven. De vraag die zij stelt is intrigerend: in hoeverre het huidige betaalsysteem als dominant systeem kan en zal worden gehandhaafd. Reguliere valuta kunnen worden vervangen door plaatselijke valuta, we gaan ook steeds meer goederen en diensten ruilen zonder dat er geld aan te pas komt en via het internet en social media bevelen we producten, diensten en mensen aan, feitelijk een gunfactor die waarde creëert zonder dat er geld aan te pas is gekomen. Maar ook door data openbaar te maken en te delen creëren we extra waarde en daarmee versterkten de talks van Ton Zijlstra en Heather Schlegel elkaar direct.
Hendrik Blokhuis
In het derde blok stond productie centraal. Peter Phleps, futuroloog bij het IFMO legde een interessante case voor. Stel dat we straks auto’s hebben die we niet meer zelf hoeven te besturen. Wat een impact dat zal hebben op de samenleving: Niet alleen kan iedereen dan blijven rijden tot op hoge leeftijd, we zullen minder ongelukken krijgen waardoor de kosten voor de zorg omlaag gaan en we hoeven geen kostbare ruimte aan te wenden voor parkeerplaatsen in de binnenstad. We stappen immers uit en de auto zoekt zich zelf wel een parkeerplaats verderop. Maar de nadelen zijn er ook: meer auto’s, meer congestie en meer kilometers file. Het is maar vanuit welk perspectief je naar deze optie kijkt en al dan niet blij van kan worden. Wellicht worden het wel ‘cars on demand’? Een soort taxi’s die we digitaal bestellen en delen met anderen die ook dezelfde kant op moeten? Hoe dan ook, dergelijke ontwikkelingen zullen een enorme inpact hebben op stedelijke inrichting, verkeer- en vervoersstromen en krimpvraagstukken.
Kijkende naar productie en datasharing, kon natuurlijk ook niet het Fablab ontbreken. Tomaz Diez van het Fablab Barcelona vertelde aanwezigen over de impact van datasharing op productieketens en afval en over de stad als Open Lab: via een keten van gespecialiseerde fablabs wordt kennis gedeeld en produceert de stad wat ze zelf nodig heeft, niets meer en niets minder.
Barelona kent relatief veel Fablabs, meer dan welke andere stad in Europa en daar zie je dat alles in elkaar grijpt en dat we feitelijk om ons heen de proeftuinen van de nieuwe samenleving al zien verschijnen: In eerste instantie gedreven door de economische crisis, zijn met name in Barcelona heel veel alternatieve valuta en ruildienst systemen opgezet. Het is dan ook heel bijzonder van Tomaz Diez te vernemen dat het ook Barcelona is, waar het gedachtengoed van het Fablab zo aanslaat. Dankzij nieuwe technieken, datasharing en veranderende kijk op transactiestromen zijn gemeenschappen in staat toegevoegde waarde te creëren en zo voor zich zelf een nieuwe en betere toekomst te creëren.