Nederland weet steeds beter met krimp om te gaan

22/10/2012

 

Over krimp wordt de laatste tijd veel gezegd en geschreven. Het gevaar bestaat dat iedereen het wiel opnieuw gaat uitvinden. Gelukkig worden er ook steeds mee initiatieven ontplooid  die kennis bundelen, samenwerking stimuleren en best practices inzichtelijk maken. Anderhalf week geleden verscheen er een interessante publicatie van het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling (NNB), een netwerk waarin zowel ministeries als krimpregio’s participeren.

Alhoewel vier of vijf jaar geleden de meeste Nederlanders elkaar nog met glazige ogen aan zaten te kijken als het item krimp werd aangeroerd, is het begrip inmiddels behoorlijk ingeburgerd. Niet dat iedereen er hetzelfde onder verstaat. De gevolgen van de kredietcrisis, de vergrijzing en ontgroening en regionale demografische krimp worden nog wel eens op een hoop gegooid en als een grote brij ervaren.

Gert Jan Hospers schreef twee jaar geleden over het verschijnsel krimp een heel prettig en handzaam boekje. Samengevat: Wees bewust van het politieke krachtenspel dat speelt, de geografische scope waarmee naar het probleem wordt gekeken en de grote mate waarin belanghebbenden graag naar eigen kerktoren staren. Ik kan eenieder aanraden eerst dit werkje te lezen alvorens zich als politieke besluitvormer, adviseur of organiserend burger op het fenomeen krimp te storten.

 

Vriezenveen, van rijtjeshuis naar twee-onder-een-kapper, foto Timmerhuisgroep.nl

Het hierboven reeds aangehaalde rapport van het NNB staat vol met best-practices. Simpele oplossingen, pragmatische oplossingen en ingenieus maatwerk wisselen elkaar af. Om er een aantal te noemen die in Oost-Nederland zijn gesitueerd: in Vriezenveen werd de leefbaarheid in een rijtjeswoningen wijk vergroot door telkens een woning te verwijderen om zo twee-onder-een-kappers te realiseren. In Hoog-Keppel (gemeente Bronckhorst) gingen de bewoners sluiting van de openbare basisschool tegen door zelf het gebouw over te nemen voor het bedrag van 1 euro, het gebouw te renoveren, te beheren en te exploiteren. In het dorp Langeveen (gemeente Tubbergen) komt een zogenaamd ‘Knooperf‘: een voormalig boerenerf dat ruimte biedt aan wonen en werken. De nieuwe bewoners zijn eigenaar en beheerder van het omliggende landsschap. In tegenstelling tot nieuwe landgoederen die de laatste jaren ook zijn gesticht en waar nieuwbouw met afwijkende architectuur kon worden gesticht, is het op het knooperf de bedoeling dat er een buurtschap komt dat de uitstraling heeft van het oorspronkelijke erf.

Best practices kunnen ook worden gehaald van het Kennisplein Krimp. Bijzonder detail is dat op dit plein wel de provincies Groningen, Limburg en Zeeland participeren en de oostelijke provincies officieel niet als partner zijn aangesloten. Overigens komen een aantal hits die op deze site zijn geplaatst wel uit Oost Nederland en een groot aantal hits, heel bijzonder, uit Midden Nederland!

Een hele bijzondere bestuurlijke samenwerkingslaag kan worden gevonden in het initiatief van de P10. Tien grote Nederlandse plattelandsgemeenten, verspreid over het hele land en samen goed voor 340.000 inwoners en het grondoppervlak van de provincie Zuid-Holland (!) hebben zich verenigd om kennis en ervaring te delen, maar ook om samen stelling te nemen tegen landelijke wetgeving, welke belemmerend kan werken om effectief en creatief om te kunnen gaan met typische vraagstukken omtrent leefbaarheid op het platteland. Nog onlangs is een position paper opgesteld ten behoeve van de regering in oprichting, waarin niet alleen de vinger op de zere plek wordt gelegd maar ook oplossingsrichtingen worden voorgesteld zoals het ontschotten van financieringsstromen en het oprichten van een herstructuringsfonds transitie platteland.

Deel dit artikel:

Citydna. tags