4. Wenen pronkt met zijn veren

21/01/2022

Voordat ik mijn reis met Ida Pfeiffer anno 2022 digitaal ga aanvangen, probeer ik mij een beeld te vormen van het huidige Wenen. De stad is eeuwenlang het stralende en trotse middelpunt van Europa geweest. Voor Ida Pfeiffer was dat ook de status quo. Telkens als zij terugkwam van een lange vermoeiende reis, kon zij zich laven aan de luxe en het gemak dat Wenen had te bieden. En Wenen straalt opnieuw. Er was alleen een intermezzo in de jaren van de Koude Oorlog, toen Wenen verviel tot een perifere stad.

Aan de rand van Europa

Enkele jaren voordat de Berlijnse muur viel, ging ik voor het eerst naar Wenen. Het was een studiereis georganiseerd door de Utrechtse faculteit Geografie. Wenen had toen een hoog stoffig gehalte – het leek vastgeroest in de tijd. Overal zag je afgebladderde grandeur. Protserige standbeelden. De rijen gevels langs de Ringstrasse rondom de oude binnenstad waren zwart van de uitlaatgassen; op één pand na, dat was gezandstraald en sprong er meteen uit. 

Wenen in 1987
Wenen, 1987, studiereis sociale geografie

Geschokt

Het centrum werd bevolkt door mensen met geld en was witter dan wit. Buiten het centrum, net voorbij de Ringstrasse, liepen gastarbeiders een lokale krant te venten voor een paar centen. Ik zag grote koppen op de voorpagina waarop stond ‘Ausländer Raus’. We waren geschokt. Onze gids had ons nota bene net verteld dat in een fiks deel van de sociale huursector de sanitaire voorzieningen hopeloos verouderd waren. Soms was er alleen maar een toilet aanwezig. Hij vertelde er beschroomd bij dat deze woningen met name aan de gastarbeiders werden toegewezen.

Eindstation

Die studentenreis naar Wenen heeft bij mij altijd een dubbel gevoel achtergelaten. De kloof tussen arm en rijk voelde groot. Het voelde als het eindstation van Europa en dat was het toen ook. Vlak daarachter begon het Oostblok. Verboden terrein. Terra incognita. 

Maar niets is blijvend. Toen de Koude Oorlog tot een einde kwam en de grenzen weer opengingen, lag daar ineens een heel nieuw deel Europa om te ontdekken. Ondertussen schudde Wenen de stof van zich af en richtte zich weer op.

Wenen in 1992, Schonbrunn
Wenen, 1992, Schönbrunn

Katalysator

De val van de muur heeft als een fikse katalysator gewerkt. Op YouTube kwam ik enkele interviews tegen met Maria Vassilakou, de voormalige vice burgemeester van Wenen. Vassilakou verwoordt de Weense strategie als volgt: Door onze plotsklaps centrale positie in het verenigde Europa moesten we direct goede keuzes maken. We groeien met 25.000 inwoners per jaar. Ons uitgangspunt is dat we de belangen van kinderen en hun familie voorop stellen, vanuit de gedachte dat wat goed voor hen is, ook voor de rest van ons werkt.

En daar hoort natuurlijk een stevig stuk vergroening bij. In de praktijk betekent dit voor Wenen dat 50% van het stedelijk gebied groen blijft en een betaalbaar woningaanbod met tenminste 60% sociale huur. En natuurlijk een goed kwalitatief openbaar vervoer. Dat je overigens maar 365 euro per jaar kost, 1 euro per dag. Wie wil dat niet?

Van de troon gestoten

Wenen schoot om hoog in de city-rankings. In 2018 en 2019 stond de stad zelfs op de eerste plaats in de Global Liveability Ranking van de Economist. Maar toen gooide het Coronavirus roet in het eten. Als gevolg van Covid-restricties slaagde de Economist er niet in over 2020 een liveability index aan te leveren. Toen dan eindelijk de nieuwste ranking in 2021 werd gepubliceerd, sloeg deze in als een bom. Wenen was van haar troon gestoten, evenals enkele andere steden die in 2019 nog de hoogste regionen bevolkten.  

Lockdown maatregelen hadden de toegang tot onder andere onderwijs, cultuur en groen beperkt. Wenen schoot van de eerste naar de twaalfde plaats. Vooralsnog heeft Auckland (Nieuw Zeeland,) de fakkel overgenomen. Omringd door zee, en met een verbod op inreizen is Nieuw Zeeland – in ieder geval in 2020 en het grootste gedeelte van 2021 – in staat geweest Covid-19 aan de grens tegen te houden.

Pronkende pauw

In het Carlone Contemporary, onderdeel van het Belvedere Museum kun je op dit moment een geluidsinstallatie van de kunstenaar Volkmar Klien bewonderen. Heel intrigerend hoe Klien het pronkende Wenen verbeeldt. We zien een oude staande klok, getooid met pauwenveren. De tijd tikt verontrustend weg terwijl de klok zich uiteindelijk met zijn eigen veren bedekt.

Volkmar Klien, Anschwellen – Abschwellen

Covid-19 is tijdelijk – dat hopen we tenminste – en de Liveability index van de Economist is niet de enige toonaangevende ranking. Wenen houdt op haar site een lijstje bij van 16 toonaangevende indexen. In 5 indexen staat Wenen op de 1e plaats en waar de stad niet op de eerste plaats prijkt, dan nog altijd staat ze jaloersmakend hoog. Ga ze dat maar eens nadoen.

Hoofdfoto: Belvedere, foto Daniel Plan, Unplash Licence

Deel dit artikel:

Citydna. tags