Hippe stadsbewoners en trendy boeren

Wie nog maar 20 jaar geleden zou hebben beweerd dat we anno 2013 en masse de handen weer vuil zouden maken in de moestuin, onze kinderen weer in de binnenstad gingen opvoeden en dat we co-creatie tussen het boerenleven en de designsector heel normaal zouden vinden, zou waarschijnlijk meewarrig zijn aangekeken. Wat opvalt aan deze opsomming is een vervlechting van zaken die heel lang als tegenstellingen werden gezien.

Neem de grootstedelijke yup van welleer die zijn kostje bij elkaar scharrelde in luxe warenhuizen, delicatessenwinkels en trendy restaurants versus de degelijke ouderwetse burgerman die jaar in jaar uit getrouw aardappelen, bonen, wortels, sla en boerenkool op eigen grond stond te verbouwen.

We hebben een grote omtrekkende beweging gemaakt voordat onze handen weer de klei ingingen. We moesten ons eerst realiseren dat blikvoer veel te lang gegaard en te gezouten is en dat vers gezonder is. Maar ook dat het niet duurzaam is om groente en fruit uit alle hoeken van de wereld te laten invliegen en dat het feitelijk belachelijk en ook arrogant is om seizoensgebonden groente en fruit van eigen bodem te weren. Een beetje overdreven gesteld maar toch: we waren bijna kwijt hoe inheemse groenten smaken en er uit zien.

 

 

Dat is sterk veranderd in een paar jaar tijd. Als we al zelf geen lapje grond hebben, dan op zijn minst een mini-kas op het balkon en ondertussen hebben we het ook over stadslandbouw, niet alleen uit noodzaak braakliggende stukken grond een invulling te geven, maar ook omdat de behoefte aan ‘ambachtelijk groen’ weer wordt gevoeld. Oké, natuurlijk gaat nog niet iedereen in deze beweging mee, maar wat relevant is dat ambachtelijk groen weer van status is voorzien. Back to basics.

Tegelijkertijd valt er ook een beweging te ontwaren die hier lijnrecht tegenover lijkt te staan. Het binnenstedelijk milieu werd jarenlang als een onmogelijke plek beschouwd om kinderen op te voeden en te laten gedijen. Het gros van de ouders had een sterke voorkeur voor een grond gebonden woning in een buitenwijk: meer ruimte, meer groen en meer rust. Er ging wel een prijskaartje aan: monotoom en geestdodend, maar dat werd door velen voor lief genomen. Sterker nog, het werd als volstrekt normaal beschouwd dat men liever in een eentonige buitenwijk dan in de hectiek van de stedelijke binnenstad wilde wonen.

Zelfs toen de binnensteden weer waren opgeknapt, duurde het een tijd voordat er een beweging terug naar de binnenstad op gang kwam. De profs uit het vak wisten waar deze terugkerende beweging op was gestoeld, men hoefde Jane Jacobs er maar op na te slaan. En al had de terugkerende bewoner wellicht nog nooit van Jacobs gehoord, deze groep voelde instinctief aan dat het gemêleerde milieu van de binnenstad juist heel veel te bieden heeft. En gebrek aan groen in de binnenstad? Dat wordt opgelost door zelf organiserende comités.

 

 

En last but not least, de boer kreeg weer status. Wellicht een flink stuk op weg geholpen door het populaire programma “Boer zoekt vrouw” en weermannen met prachtige tongvallen, kwam hoe dan ook, het boerenleven weer in beeld. De boer was niet langer een achtergebleven plattelander maar een mens van vlees en bloed met kennis en kunde. De eerste steunbetuigingen van liefde waren nog heel voorzichtig. Het begon met een koeien hype, eerst in de vensterbank en niet veel later als gekleurde standbeelden overal op straat, al dan niet door gemeentebesturen gefinancierd.

Maar dat de boer echt weer meetelt bleek wel uit de laatste editie van de Dutch Design Week. Daar waren de farmlabs ‘Agri meets design’ geprogrammeerd en met name deze ontmoetingen werden het gesprek van de dag en zelfs trending topic op twitter. Een alliantie tussen boeren en ontwerpers zou een aantal jaren geleden – voor beide partijen overigens – absoluut niet denkbaar zijn geweest. Het bijzondere is dat de bezoeker van de DDW 2013 deze programmering feitelijk volstrekt normaal heeft gevonden. Dat geeft opnieuw aan dat in een heel kort tijdbestek onze kijk op de directe wereld om ons heen, sterk is veranderd.

De rode draad uit dit alles is ‘essentie’ en ‘bezinning’. Het lijkt wel alsof we beter gaan waarnemen en onze zintuigen weer openen. Maar hoe valt deze ‘move’ dan te verklaren? Is het wellicht omdat we nu als groep zelf richting moeten geven aan het bestaan? We zijn onze ‘leidsmannen’ per slot van rekening kwijt: Het ongebreideld geloof in de merites van het kapitalisme en een overheid die ons ter aller tijde verzorgt, is ons immers ontvallen.

Deel dit artikel:

Citydna. tags