Vandaag lees ik in het retailnieuws dat de leegstand in de Rotterdamse markthal nog nooit zo hoog is geweest. Het verbaast me niets. Ruim een maand geleden was ik er ook maar het liep tegen de Kerst, dus alles was vrolijk versierd en dan lijkt leegstand altijd wat minder zwaar. Maar, het is niet zozeer de leegstand die me bij mijn laatste bezoek vooral is bijgebleven. Het is iets anders namelijk de afwezigheid van interactie tussen hal en markt. Het was die zaterdag zowel druk in de hal als buiten op de markt, maar de bezoekers van beide plekken mengden zich niet.
Misschien is het wel vooringenomen beeld-denken dat een markthal altijd iets rafeligs moet hebben. Maar ik mis die aspecten wel in de Rotterdamse markthal. Het is een prachtig gebouw maar o zo glad afgewerkt. Kun je hier wel de sfeer van een ‘echte’ markthal oproepen? Vorige maand viel me de gestage stroom bezoekers op die de markthal in- en uitliepen zonder daarbij de markt aan te doen. Ik heb er een tijdje naar staan te kijken en vond het bijna fascinerend om te zien hoe een markthal en een markt naast elkaar op een plein functioneren, maar niet samen optrekken. Dat is een veeg teken voor de toekomst.
De markthal Rotterdam creëert een soort Disney effect: je krijgt de illusie van een markthal, maar ondertussen is alles gepolijst en strak geregeld en verblijf je in een soort Bijenkorf veiligheid. Dat is niet wat ik zoek en ik denk ook niet dat een gemiddelde marktbezoeker dat effect zoekt. Om het contrast aan te scherpen ben ik die zaterdag ook naar de Fenix Food Factory op Katendrecht gegaan. En dat voelde wél goed. Het is er rafelig, rommelig en met prettige eigenwijze creaties aangekleed. Zo’n plek waar het jonge en het creatieve volk graag komt, dat een Berlijns gevoel opwekt en tegelijkertijd ook wel een beetje überhip is. Maar het verschil is wel dat het heel eerlijk voelde. Juist omdat het er niet zo gladjes is, mensen er hun ondernemersdroom verwezenlijken en het een spontaan gegroeid initiatief is dat meebeweegt met het gebied eromheen.
Fenix Food Factory, Katendrecht
Het marktplein is altijd van iedereen geweest. Misschien is het pijnlijke wel dat de markthal Rotterdam maar een beperkt deel van de samenleving weet te binden en dat markt en hal – alhoewel naast elkaar gelegen – elkaar niet weten te versterken. Ik kan me niet anders voorstellen dan dat de gemeente daarop wel heeft gehoopt toen ze toestemming gaven voor de ontwikkeling van deze plek. Misschien is het ook wel het gebruik van het woord markthal dat te hoog gespannen verwachtingen wekt. Een traditionele markthal werkt als smeerolie voor de buurt. Het is een plek waar iedereen uit de buurt in de ochtend samenstroomt, nieuwtjes uitwisselt en een klein hapje eet en met tassen vol verse producten weer naar huis teruggaat. Stel, ze hadden het Foodhal Rotterdam genoemd, dan waren de verwachtingen van meet af aan anders geweest en had niemand gek opgekeken dat hier een soort luxe foodplaza zou zijn ontstaan. Want, eigenlijk is het nou net dat wat deze markthal met een groot aandeel horeca wel is.